Diva
zilver- en diamantmuseum
ism. Wit architecten
Ondanks de dualiteit tussen de historische gevel en de recente achterliggende betonstructuur van het pand Suikerrui 17-19 zijn de mogelijkheden legio. De voorgevel heeft een passende uitstraling voor een publiek gebouw en fungeert daardoor ook als hoofdtoegang voor het museum. Terwijl dit pand voornamelijk plaats zal bieden aan ateliers, zalen en bibliotheek worden de eigenlijke expositieruimtes in hoofdzaak voorzien in de panden aan de Gildekamersstraat: een historisch decor in de schaduw van het stadhuis. De voorname huizen staan schouder aan schouder. De huidige indeling strookt echter niet met de gevelarchitectuur.
Vier ontwerpambities
…vatten de essentie samen voor de verbouwingsoperatie van de bestaande infrastructuur:
1.De scalpel: het uitzuiveren van het pand op de suikerrui tot een tot een leesbaar en functioneel gebouw voor echte “gebruiks” functies: shop, leeszaal, auditorium
2.Het publieke maaiveld: het creëren van een makkelijk doorwaadbaar publiek gelijkvloers dat de verschillende clusters koppelt en het publiek aan Suikerrui en Gildekamerstraat uitnodigt om binnen te komen.
3.De parvis: het aflijnen van een ruim bezoekershart als een scharnierpunt tussen de gebouwen aan de Gildekamersstraat en deze aan de Suikkerui. De Parvis als genereuze lobbyruimte, wordt een herkenningspunt dat de bezoeksstromen organiseert.
4.Tarra vs. netto: Het bruto volume van de panden in de gildekamerstraat wordt verdeeld in zuivere tentoonstellingskamers (=netto) die de historische geleding van de gildehuizen herstelt. Het negatief van deze netto ruimten (=tarra) biedt plaats aan een veelheid van doorsteken, trappen, opslag, sanitair, en allerhande ondersteunende functies, die als coulissen fungeren tussen de verschillende museumruimten.